Wereldwijd zijn er honderden schapenrassen: van oerdegelijke landrassen tot excentrieke exoten. Dragers van stoere langharige vachten, maar ook van hele mooie zachte vezels om te spinnen. De ene wolsoort is de andere niet en elk ras heeft zo z’n specifieke kenmerken op het gebied van kleur, structuur, vezellengte en vezeldikte. De honderdtwintig meest bekende woldragers van West-Europa worden op deze pagina getoond en beschreven op basis van het rasgemiddelde. Geen ingewikkelde complexe verhandelingen maar gewoon handige basiskennis voor en door liefhebbers van wol. De kudde van Purewol herbergt meer dan dertig van deze mooie schapenrassen, waarvan de wol de webwinkel te vinden is.




Bezig met laden...

Corriedale

Herkomst:
     • Australië, wolras uit de 19e eeuw
Kenmerken:
     • produceert een flinke berg wol
     • meestal ivoorwit, soms donker
Woleigenschappen:
     • lange tot zeer lange vezels
     • vezeldikte 24-32 mu (vrij fijn)
     • geheel vrij van kemp
Wolbewerking:
     • prachtige kwaliteit spinwol
     • als viltwol prima bruikbaar

Cotswold

Herkomst:
     • 17e-eeuws Engels dubbeldoelras
Kenmerken:
     • Schaars ras, lastig te houden
     • wolkleur ivoorwit, soms bruinzwart
Woleigenschappen:
     • lange vezels
     • vezeldikte 36-44 mu (zeer grof)
     • zware vezels zonder kemp
Wolbewerking:
     • prachtige spinkwaliteit
     • redelijk viltbare wolsoort

Dassenkop Texelaar

Herkomst:
     • Nederland, 20e-eeuws vleesras
Kenmerken:
     • ontstaan als kleurmutant
     • wolkleur zwart, soms iets grijzend
Woleigenschappen:
     • zachte, vrij lange vezel
     • vezeldikte 28-36 mu (vrij grof)
     • geheel vrij van kemp, draagbaar
Wolbewerking:
     • mooie, zachte spinwol
     • dit woltype vilt matig

Devon and Cornwall

Herkomst:
     • Engeland, 20e-eeuws wolschaap
Kenmerken:
     • grote schapen met knuffelfactor
     • ivoorwitte wolkleur
Woleigenschappen:
     • zeer lange golvende vezels
     • vezeldikte 36-40 mu (grof)
     • grove vezels, vrij van kemp
Wolbewerking:
     • spint zwaar, niet voor beginners
     • zeer mooie wolsoort om te vilten

Dorper

Herkomst:
     • Zuid-Afrika, oud vleesras
Kenmerken:
     • wit lijf met witte of zwarte kop
     • wolkleur is ivoorwit
Woleigenschappen:
     • wordt niet geschoren
     • de wol wordt niet benut
     • een zelfruiend schapenras
Wolbewerking:
     • levert geen bewerkbare wol
 

Dorset Horn

Herkomst:
     • Engeland, 19e-eeuws landras
Kenmerken:
     • stoer en fraai gehoornd ras
     • ivoorwitte wolkleur
Woleigenschappen:
     • vezellengte is middellang
     • vezeldikte 27-32 mu (vrij fijn)
     • bevat geen kemp
Wolbewerking:
     • spint heel prettig
     • dit is een goed type viltwol

Drents Heideschaap

Herkomst:
     • eeuwenoud Nederlands Heideras
Kenmerken:
     • sterk en veelkleurig gehoornd ras
     • de wolkleur is zeer veelkleurig
Woleigenschappen:
     • zeer lange, sluike vezels
     • vezeldikte 35-40 mu (grof)
     • bevat kemp, de lamswol minder
Wolbewerking:
     • spint heel goed, wel prik
     • prachtige viltkwaliteit

Drysdale

Herkomst:
     • Nieuw-Zeeland, 18e-eeuws wolras
Kenmerken:
     • wit en gehoornd wolras
     • de wolkleur is ivoorwit
Woleigenschappen:
     • lange vezels, grof
     • vezeldikte 36-44 mu (zeer grof)
     • zware en kemprijke vezels
Wolbewerking:
     • prima kwaliteit spinwol
     • deze wolsoort vilt redelijk goed

Duitse Witkop

Herkomst:
     • Duitsland, 19e-eeuws vleesras
Kenmerken:
     • stoer schaap, komt weinig voor
     • ivoorwitte wolkleur
Woleigenschappen:
     • middellang tot lange vezels
     • vezeldikte 32-35 mu (vrij grof)
     • veel crimp, vrij van kemp
Wolbewerking:
     • geschikte spinwol
     • slechte wolsoort om te vilten

Duitse Zwartkop

Herkomst:
     • vleesras uit Duitsland, 19e eeuw
Kenmerken:
     • beresterke teddybeer
     • ivoorwitte tot vlas/naturelkleurige wol
Woleigenschappen:
     • middellange vezels
     • vezeldikte 27-32 mu (vrij fijn)
     • elastische wol, vrij van kemp
Wolbewerking:
     • prima spinwol, iets stug
     • matig woltype om te vilten

Entre-Sambre-et-Meuse

Herkomst:
     •  19e-eeuws wol- & landras, België
Kenmerken:
     • verwant aan de Merino
     • ivoorwitte tot vlaskleurige wolkleur
Woleigenschappen:
     • weelderige, vrij lange vezels
     • vezeldikte 26-34 mu (vrij grof)
     • kempvrij
Wolbewerking:
     • fijne wol om te spinnen
     • redelijk goed te vilten

Faeroër schaap

Herkomst:
     • Faeröer Eilanden, erg oud landras
Kenmerken:
     • zeer winterhard dwergras
     • komt voor in talloze woltinten
Woleigenschappen:
     • lange, ruige vezels
     • vezeldikte 20-30 mu (fijn/vrij fijn)
     • dit woltype bevat kemp
Wolbewerking:
     • matige te spinnen woltype
     • goede structuurwol om te vilten