Wereldwijd zijn er honderden schapenrassen: van oerdegelijke landrassen tot excentrieke exoten. Dragers van stoere langharige vachten, maar ook van hele mooie zachte vezels om te spinnen. De ene wolsoort is de andere niet en elk ras heeft zo z’n specifieke kenmerken op het gebied van kleur, structuur, vezellengte en vezeldikte. De honderdtwintig meest bekende woldragers van West-Europa worden op deze pagina getoond en beschreven op basis van het rasgemiddelde. Geen ingewikkelde complexe verhandelingen maar gewoon handige basiskennis voor en door liefhebbers van wol. De kudde van Purewol herbergt meer dan dertig van deze mooie schapenrassen, waarvan de wol de webwinkel te vinden is.




Bezig met laden...

Moorschnucke

Herkomst:
     •  eeuwenoud Duits heideschaap
Kenmerken:
     • ongehoornd wit heideschaap
     • ivoorwitte wolkleur
Woleigenschappen:
     • zeer lange, sluike vezels
     • vezeldikte 25-40 mu (vrij grof)
     • zeer kemprijke wol
Wolbewerking:
     • mooie spinwol, veroorzaakt wel prik
     • heel goed te vilten wolsoort

Mule

Herkomst:
     • term voor een Engelse kruising
Kenmerken:
     • kruising tussen wolras en landras
     • de wol is meestal ivoorwit
Woleigenschappen:
     • veel variatie, meestal lange vezels
     • vezeldikte 30-40 mu (vrij grof)
     • glansrijke wol met geringe kemp
Wolbewerking:
     • hele mooie spinkwaliteit
     • vilt vooral aan scheerzijde prima

Navajo Churro

Herkomst:
     • Ver. Staten, 17e eeuws wolras
Kenmerken:
     • zeldzaam veelkleurig pelsschaap
     • veelkleurige wol, ook in de vezels
Woleigenschappen:
     • harige middellange vezels
     • vezeldikte 30-40 mu (grof)
     • grove kemprijke vezels
Wolbewerking:
     • de stugheid maakt spinnen lastig
     • uitstekende te vilten

Ned. Bonte Schaap

Herkomst:
     •  Nederland, vleesras uit 20e eeuw
Kenmerken:
     • uniek bontgevlekt uiterlijk
     • gevlekte ivoorwit/bruinzwart wol
Woleigenschappen:
     • vezellengte is middellang
     • vezeldikte 32-38 mu (grof)
     • kempvrije, kakelbonte wol
Wolbewerking:
     • hele plezierige spinwol
     • redelijk goed te vilten wolsoort

Noordhollander

Herkomst:
     •  vleesras, 20e eeuw uit Nederland
Kenmerken:
     • productief boerenschaap
     • ivoorwitte wolkleur
Woleigenschappen:
     • lange vezels, mooie glans
     • vezeldikte 26-32 mu (vrij fijn)
     • vrij van kemp met mooie crimp
Wolbewerking:
     • fijne spinwol om mee te werken
     • is een goed te vilten woltype

Norfolk Horn

Herkomst:
     •  zeer oud en sterk Engels landras
Kenmerken:
     • mooie gedraaide horens
     • ivoorwit tot vlaskleurige wol
Woleigenschappen:
     • vezellengte is middellang
     • vezeldikte 26-29 mu (vrij fijn)
     • goede crimp en vrij van kemp
Wolbewerking:
     • mooie wol om te spinnen
     • bevat goede viltkwaliteiten

Norsk Spælsau

Herkomst:
     •  Noorwegen, zeer oud landras
Kenmerken:
     • veelkleurig gehoornd ras
     • de wol kent vele kleuren en tinten
Woleigenschappen:
     • veel variatie, meest lang
     • vezeldikte 20-40 mu (fijn tot grof)
     • bevat wat kemp in geringe mate
Wolbewerking:
     • goede wol om mee te spinnen
     • prima wolsoort om mee te vilten

North Ronaldsay

Herkomst:
     •  zeer oud primitief Engels landras
Kenmerken:
     • elegant oerschaapje
     • zeer veelkleurige wol
Woleigenschappen:
     • middellang tot lange vezels
     • vezeldikte 23-32 mu (vrij fijn)
     • bevat in beperkte mate kemp
Wolbewerking:
     • prima te spinnen woltype
     • vilt goed

Ostfriesisches Milchschaf

Herkomst:
     •  Duitsland, eeuwenoud melkras
Kenmerken:
     • hoge melkproducentes
     • ivoorwit, bont en bruinzwarte wol
Woleigenschappen:
     • lange vezels
     • vezeldikte 25-33 mu (vrij fijn)
     • goede crimp en geheel kempvrij
Wolbewerking:
     • fijn werkende spinwol
     • dit woltype is goed te vilten

Ouessant

Herkomst:
     •  Frankrijk, eeuwenoud hobbyras
Kenmerken:
     • minischaapje, geliefd voor hobby
     • ivoorwit, cognac en zwarte wol
Woleigenschappen:
     • vezellengte is middellang en sluik
     • vezeldikte 25-38 mu (vrij grof)
     • deze sluike wol bevat kemp
Wolbewerking:
     • mooie spinwol, veroorzaakt wel prik
     • viltkwaliteit is uitstekend

Oxford Down

Herkomst:
     •  19e-eeuws vleesras uit Engeland
Kenmerken:
     • stoer ras met knuffelfactor
     • ivoorwit, iets vlaskleurige wol
Woleigenschappen:
     • korte, elastische vezels
     • vezeldikte 24-33 mu (vrij fijn)
     • geblokt type wol zonder kemp
Wolbewerking:
     • hele aardige crimprijke spinwol
     • vilt maar matig

Poll Dorset

Herkomst:
     •  Australisch vleesras, 20e eeuw
Kenmerken:
     • aandoenlijke wollige kop
     • de wolkleur is ivoorwit
Woleigenschappen:
     • middellange vezellengte
     • vezeldikte 25-32 mu (vrij fijn)
     • vrij van kemp, fraaie crimp
Wolbewerking:
     • een feestje om te mogen spinnen
     • prima viltkwaliteit