Herkomst:
• eeuwenoud Duits heideschaap
Kenmerken:
• ongehoornd wit heideschaap
• ivoorwitte wolkleur
Woleigenschappen:
• zeer lange, sluike vezels
• vezeldikte 25-40 mu (vrij grof)
• zeer kemprijke wol
Wolbewerking:
• mooie spinwol, veroorzaakt wel prik
• heel goed te vilten wolsoort
Herkomst:
• term voor een Engelse kruising
Kenmerken:
• kruising tussen wolras en landras
• de wol is meestal ivoorwit
Woleigenschappen:
• veel variatie, meestal lange vezels
• vezeldikte 30-40 mu (vrij grof)
• glansrijke wol met geringe kemp
Wolbewerking:
• hele mooie spinkwaliteit
• vilt vooral aan scheerzijde prima
Herkomst:
• Ver. Staten, 17e eeuws wolras
Kenmerken:
• zeldzaam veelkleurig pelsschaap
• veelkleurige wol, ook in de vezels
Woleigenschappen:
• harige middellange vezels
• vezeldikte 30-40 mu (grof)
• grove kemprijke vezels
Wolbewerking:
• de stugheid maakt spinnen lastig
• uitstekende te vilten
Herkomst:
• Nederland, vleesras uit 20e eeuw
Kenmerken:
• uniek bontgevlekt uiterlijk
• gevlekte ivoorwit/bruinzwart wol
Woleigenschappen:
• vezellengte is middellang
• vezeldikte 32-38 mu (grof)
• kempvrije, kakelbonte wol
Wolbewerking:
• hele plezierige spinwol
• redelijk goed te vilten wolsoort
Herkomst:
• vleesras, 20e eeuw uit Nederland
Kenmerken:
• productief boerenschaap
• ivoorwitte wolkleur
Woleigenschappen:
• lange vezels, mooie glans
• vezeldikte 26-32 mu (vrij fijn)
• vrij van kemp met mooie crimp
Wolbewerking:
• fijne spinwol om mee te werken
• is een goed te vilten woltype
Herkomst:
• zeer oud en sterk Engels landras
Kenmerken:
• mooie gedraaide horens
• ivoorwit tot vlaskleurige wol
Woleigenschappen:
• vezellengte is middellang
• vezeldikte 26-29 mu (vrij fijn)
• goede crimp en vrij van kemp
Wolbewerking:
• mooie wol om te spinnen
• bevat goede viltkwaliteiten
Herkomst:
• Noorwegen, zeer oud landras
Kenmerken:
• veelkleurig gehoornd ras
• de wol kent vele kleuren en tinten
Woleigenschappen:
• veel variatie, meest lang
• vezeldikte 20-40 mu (fijn tot grof)
• bevat wat kemp in geringe mate
Wolbewerking:
• goede wol om mee te spinnen
• prima wolsoort om mee te vilten
Herkomst:
• zeer oud primitief Engels landras
Kenmerken:
• elegant oerschaapje
• zeer veelkleurige wol
Woleigenschappen:
• middellang tot lange vezels
• vezeldikte 23-32 mu (vrij fijn)
• bevat in beperkte mate kemp
Wolbewerking:
• prima te spinnen woltype
• vilt goed
Herkomst:
• Duitsland, eeuwenoud melkras
Kenmerken:
• hoge melkproducentes
• ivoorwit, bont en bruinzwarte wol
Woleigenschappen:
• lange vezels
• vezeldikte 25-33 mu (vrij fijn)
• goede crimp en geheel kempvrij
Wolbewerking:
• fijn werkende spinwol
• dit woltype is goed te vilten
Herkomst:
• Frankrijk, eeuwenoud hobbyras
Kenmerken:
• minischaapje, geliefd voor hobby
• ivoorwit, cognac en zwarte wol
Woleigenschappen:
• vezellengte is middellang en sluik
• vezeldikte 25-38 mu (vrij grof)
• deze sluike wol bevat kemp
Wolbewerking:
• mooie spinwol, veroorzaakt wel prik
• viltkwaliteit is uitstekend
Herkomst:
• 19e-eeuws vleesras uit Engeland
Kenmerken:
• stoer ras met knuffelfactor
• ivoorwit, iets vlaskleurige wol
Woleigenschappen:
• korte, elastische vezels
• vezeldikte 24-33 mu (vrij fijn)
• geblokt type wol zonder kemp
Wolbewerking:
• hele aardige crimprijke spinwol
• vilt maar matig
Herkomst:
• Australisch vleesras, 20e eeuw
Kenmerken:
• aandoenlijke wollige kop
• de wolkleur is ivoorwit
Woleigenschappen:
• middellange vezellengte
• vezeldikte 25-32 mu (vrij fijn)
• vrij van kemp, fraaie crimp
Wolbewerking:
• een feestje om te mogen spinnen
• prima viltkwaliteit